Paarse dennenzwam

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst

Paarse dennenzwam (Trichaptum abietinum)

De Paarse dennenzwam groeit met zeer dunne afzettingen op de onderzijde van liggend naaldhout. De zwam bedekt vaak grote oppervlakken.
De hoedjes zijn dun en leerachtig en staan dakpansgewijs boven elkaar of zijn aan de zijkant vergroeid. De bovenzijde is witachtig grijs, viltig behaard en concentrisch gezoneerd. Oudere hoedjes zijn vaak kaal en met groene algen bedekt. De rand is scherp en vaak paars getint.

De buisjeslaag is netachtig en poreus. De buisjes zijn zeer kort, 1-2 mm lang en donkerbruin. De pori&eml;n zijn fijn en rond tot langwerpig of hoekig. Er zijn ongeveer 3-5 poriën per mm. De jonge violetkleurige poriën kleuren bij het ouder worden violetbruin tot geelbruin.

Het vlees is zeer dun en leerachtig, er is geen opmerkelijke geur of smaak.

Sporenmassa wit, sporenmaat 6-7.5x2.2.5 mu.
Kenmerken van het geslacht Dennenzwam  (Trichaptum) waartoe Paarse dennenzwam behoort.

-

SPECIFICATIES - paarse_dennenzwam
familieIncertae sedis (Incertae sedis)
info familieDeze benaming wil zeggen dat een taxon niet te plaatsen is in de classificatie
naam paarse_dennenzwam (Trichaptum abietinum)
waar saprotoof op stammenm stronken en takken van naaldbomen
sporeekleur wit
hoed eenjarig vruchtlichaam, leerachtig, dakpansgewijs boven elkaar, witachtig-grijs, viltig behaard, concentrisch gezoneerd,
steel geen steel
plaatjes netachtige, poreuze buisjeslaag van korte, 1-2 mm lange, donkerbruine buisjes. Buisjes met fijne, ronde tot langwerpige of hoekige poriën, 3-5 per mm. Jong violetkleurig, later violetbruin tot geelbruin,